Wanneer sliep jouw baby door?

Laat ik het afkloppen, maar onze dochter weet wat slapen is. Ze is inmiddels bijna acht maanden en een vrolijke, blije baby. Ze slaapt al een hele tijd ’s nachts door en wij dus ook. Heerlijk, maar ik besef dat het zomaar kan veranderen en dat niet iedereen met een goede nachtrust gezegend is.

De eerste tijd als nachtouders

Voordat Suus geboren werd, was ik een beetje huiverig voor de nachten. Ik genoot nog even van mijn oh zo geliefde uurtjes slaap, want straks zou het allemaal drama zijn. Na een pittige bevalling van drie dagen met weinig uurtjes slaap, gingen we er meteen lekker in… Eerst stond ik nog strak van de adrenaline, maar de kraamweek was wel echt onze vuurdoop: ik sliep hooguit tweeënhalf uur per nacht. Gebroken was ik, bijkomen van een keizersnede, proberen te borstvoeden, kolven, fles geven, verschonen, poging doen tot slapen en wakker blijven van het gehuil van mijn hongerige baby. Want dat was in die kraamweek het probleem: mevrouw had gewoon honger. Dus toen we eenmaal thuis waren en thank god to de kraamverzorgster een grotere fles mochten geven, sliepen we wél van voeding tot voeding. Toch ben je al snel drie kwartier tot één uur bezig met verschonen en voeden (wat drinken die kleintjes langzaam). Het was niet mijn hobby, maar je weet het van te voren, dus we waren al blij dat het na een paar weken zo makkelijk ging.

De term doorslapen

Als men het over doorslapen had, dacht ik aan minstens 8 uur slapen aaneen. Maar niets is minder waar: doorslapen bij baby’s betekend dat de nachtvoeding eraf is. Slapen van de late voeding (uurtje of elf, twaalf ’s avonds) tot de eerste voeding ’s ochtends (uurtje of zes). Eenmaal middenin de nachtelijke voedingen, is de eerste nacht doorslapen een soort mijlpaal waar je spontaan een feestavond aan wilt wijden. Zo ervoeren wij het in ieder geval. Slaapdronken, zoekend naar een iphone om te checken hoe laat het was, half schrikkend, concludeerden we dat ons wurm had ‘doorgeslapen’. We probeerden het niet over onszelf af te roepen, maar stiekem hoopten we dat dit zich nog eens (lees: kom maar door met meer slaap!) zou herhalen.

Van doorslapen naar écht doorslapen

Doorslapen went snel. Nu ik dit typ, realiseer ik me hoe verwend wij zijn. Maar toen Suus een maandje sliep van late voeding naar ochtendvoeding, hoopten we al snel het slaapding naar een hoger niveau te brengen. Eigenlijk hebben we dit niet echt kunnen sturen. We merkten dat er steeds meer uren tussen de voedingen overdag kwamen. Dus verhoogden we de laatste fles en daardoor sliep ze langer. Ook ging ze tussen etenstijd (rond half zes ’s avonds) en de laatste fles al slapen. We moesten haar dus wakker maken voor die laatste fles. Vanaf dat moment sliep ze het klokje rond. Als ze van de opvang komt, heeft ze rond vier uur de fles gehad. Ze krijgt dan tussen half zes en zes uur een warme hap. Daarna even douchen of wassen, pyjama aan, voorlezen en naar bed. Tussen half tien en tien uur krijgt ze nog een papfles en dan slaapt ze verder tot de volgende ochtend zes uur. Af en toe een uitzondering daar gelaten, bijvoorbeeld als ze ziek is. Wij zijn dus erg blij dat het zo gaat.