Zo af en toe is het best eens goed om kritisch naar jezelf te kijken. Ik doe dat in ieder geval wel regelmatig en vaak praat ik er dan ook over met Erik. Een tijdje geleden hadden we het over onszelf als ouders: hoe doen we het eigenlijk als papa en mama? Onze conclusie was dat we eigenlijk maar wat doen en dat dat verrassend goed gaat. Natuurlijk zijn we wel heel verschillend en ik ben wel eens benieuwd of anderen zich hierin herkennen. Zo is Erik wat minder ‘bang’ aangelegd en heb ik wat meer moeite met loslaten. Maar ook loslaten gebeurt op vele vlakken. En wat een verschil maakte het krijgen van een tweede kindje! Maakt mij dat een overbezorgde moeder of juist niet? Tijd voor een analyse. Lees je mee?
Zorgenkindje
Laat ik voorop stellen dat ik überhaupt niet had verwacht dat ik moeder zou worden voordat ik Erik ontmoette. Ik had geen overduidelijke kinderwens, meer een carrièrewens. Die carrière had ik al helemaal uitgestippeld, de kinderwens kwam later pas. Kinderen vond ik best leuk, maar het leukste gedeelte was toch wel als ze weer bij hun papa of mama op schoot mochten. Ik zag mezelf in een nabije toekomst in ieder geval nog niet zo snel met kinderen. En look at me now! Niet alleen die carrière liep totaal anders, ik ben nu zelfs moeder van twee kinderen. Mijn eerste zwangerschap liep niet echt van een leien dakje en Suus had niet zo’n toffe start. Het maakte een heleboel moedergevoel in me los en toen we na een week in het ziekenhuis dan eindelijk met onze newborn naar huis mochten, waakte ik als een leeuw over haar. Ik vond het helemaal niet prettig als mensen haar vast wilden houden en vond het ook heel vervelend als mensen in twijfel trokken of ik het wel goed deed. Zo belandde ik in de eerste anderhalf jaar supervaak met haar bij de huisarts, die best wel eens kritisch was en me overbezorgd vond. Het maakte me vaak onzeker en ook wel verdrietig. Ik wist toch zeker wel dat er iets mis was met mijn kleintje? Toch liet ik me niet uit het veld slaan en bleef altijd mijn moedergevoel volgen. Dat mijn ‘overbezorgdheid’ later toch werkelijk iets bleek te betekenen, gaf mij alleen maar een gevoel van bevestiging. Zie je nou wel, mijn gevoel zei al dat dit een zorgenkindje was. Mommy knows best en dat bleek ook zeker toen Niene werd geboren.
Moedergevoel
Ik herinner me dat moment nog precies: de bevestiging van mijn moedergevoel. Niene was nog geen uurtje oud, we kwamen net van de OK en werden op de kraamafdeling welkom geheten in onze kamer voor de komende dagen. Niene was een 9-ponder en had op de holding al een flesje gedronken. Dit was nodig omdat ze graag haar suikers wilde prikken i.v.m. het hoge geboortegewicht. No problemo, die kleine dronk het flesje in rap tempo leeg. Maar tevreden? Nee hoor, deze chick liet haar stembanden even flink horen! Natuurlijk hadden we haar allemaal al even op de arm gehad, maar ze bleef protesteren. Totdat ik zei: “geef haar maar een speen.” De verpleegkundige wilde me hier vanaf praten, maar ik hield vol: “geef haar maar eens een speen, dan wordt ze wel rustig“. Hup, speen erin en ja hoor: binnen enkele minuten lag mevrouw heerlijk te slapen, al sabbelend op haar speen. De triomf die ik op dat moment voelde: onbeschrijflijk. Het had er alles mee te maken dat ik me op dat moment zoveel zekerder voelde dan toen ik voor het eerst mama werd. Dat ik me deze keer niet had laten vertellen wat ik moest doen, maar dat ik zelf de keuze maakte en inschatte wat ík dacht dat mijn kindje nodig had. Het gevoel van in control zijn, de bevestiging van het feit dat mijn moedergevoel het zojuist goed had: wat was dat een geluksgevoel! Een heleboel geluksgevoel om zoiets simpels als een speen, maar voor mij van grote waarde omdat het zo’n goede start was van mijn tweede ervaring als mama.
Makkelijker bij een tweede
Tijdens mijn tweede zwangerschap hoorde en las ik er zoveel over: je wordt makkelijker bij een tweede. Dat kan ik alleen maar beamen, maar ik denk dat dat niet alleen maar te maken heeft met het feit dat het om een tweede kindje gaat. Ik hoop dat ik het kan uitleggen zonder dat het heel zweverig klinkt, maar naast mijn moedergevoel heb ik geleerd om in te schatten, te ‘lezen’ wat mijn kinderen nodig hebben en hoe ze in elkaar zitten. Zo is Suus geen haantje de voorste en wordt ze er niet echt vrolijk van als ik haar zomaar ergens op af stuur. Niene is nergens bang voor en laat zich de kaas niet van het brood eten. Neem als voorbeeld de glijbaan. Stel, ik laat beide dames voor het eerst van de glijbaan glijden, dan zou ik dat bij beide dames anders aanpakken. Bij de een help ik eerst mee omdat ze wel wil, maar niet goed durft. Eerst helpen, dan handje vasthouden en dan alleen. Bij de ander sta ik ernaast. Niet omdat zij die hulp nodig heeft, maar omdat ik bang ben dat ze van de glijbaan valt. De één gaat heel goed op een voorzichtig duwtje in de rug, wetende dat mama achter haar staat. De ander moet juist afgeremd worden omdat ze wel heel rap op haar doel afgaat en ik wil voorkomen dat ze uit de bocht vliegt.
Loslaten
Dat die kleintjes veel te snel groot worden, daarover zijn we het denk ik eens. Maar gelukkig voor deze mama gaat het stapsgewijs. En zo is het ook met loslaten. Loslaten heeft natuurlijk alles te maken met vertrouwen. Vertrouwen in je kindje, in de opvang, in de basisschool die we hebben gekozen, in de ouders van het vriend(innet)je waar ons kind mag spelen… Stukje bij beetje laat ik mijn kinderen steeds meer los. De ene keer gaat het wat moeilijk, ben ik wat bezorgder. Zal het wel goedkomen? De andere keer geef ik haar een vrolijk duwtje in de rug: kom op meisje, jij kan dit! Als ik mezelf zo beoordeel, kan ik mijn dames redelijk loslaten, maar kan ik ook best (over)bezorgd zijn. Ik houd gewoon net zo lang hun handje vast tot ze er zelf aan toe zijn om los te laten…
Hoe goed ben jij in loslaten? Ben jij overbezorgd of juist niet? Ik lees graag je reactie in de comments of op Facebook of Instagram!
Mijn kinderen zijn al groter. 13 en 11 jaar. Ik heb het allemaal al gehad. Eerste keer peuterspeelzaal, schoolreisje, spelen bij vriendjes, eerste scouting kamp. En een jaar geleden ging oudste voor het eerst met de fiets naar de middelbare school. 10 km heen en 10 km terug. Al die eerste keren was moeilijker voor mij als mama dan voor hunzelf. Ik probeer dan altijd na te denken over je eigen jeugd. Hoe leuk het was op een kamp en met de fiets naar school. Lekker zelfstandig zijn. En vroeger had je nog geen mobieltjes waarmee je je ouders kon bellen als er iets was. Nu wel. Wat dat betreft is het nu gemakkelijker. Ik probeer altijd te relatvieren en probeer te denken dat er waarschijnlijk niets gebeurt en ze het heel leuk hebben. Maar is soms wel moeilijk. En bij de tweede gaat het een stuk beter. Dan heb je alle eerste keren al gehad en weet je dat alles meestal wel goed komt. Herkenbaar stukje.