Iedere donderdag verschijnt er een bevallingsverhaal op Mama’s Meisje, maar vandaag verschijnt er een extra verhaal. Shelley is zwanger van een tweeling als bij 20 weken ontdekt wordt dat ze aan het Tweeling Transfusie Syndroom lijden. Vanaf dat moment wordt Shelley drie keer per week gecontroleerd, totdat de kindjes bij 33 weken geboren moeten worden. Lees het heftige bevallingsverhaal van Shelley. 

Al van jongs af aan wist ik: ik wil moeder worden en het liefste ook niet pas als ik al 36 ben. Ook wilde ik echt geen tweeling. Ik wilde het namelijk allemaal graag meerdere malen meemaken, zo’n lief klein kindje. Ik weet niet of dit een voorgevoel was… Waarom dacht ik überhaupt na over een tweeling?

Toen ik 17 was leerde ik mijn vriend kennen. Vier jaar later kochten we ons huis. Mijn eierstokken rammelden al bij aankoop van de woning, maar mijn vriend wilde echt nog even wachten. Toen we tante en oom werden van ons lieve neefje was mijn vriend toch ook wel zover. We, nou ja ik, stopte met de pil. Ik was inmiddels 23. Zes maanden later was het zover: twee streepjes op de test. Wat waren we blij! Diezelfde dag ben ik gelijk naar mijn moeder gegaan om het nieuws te vertellen. Verder hielden we het nog stil. Omdat ik heel erg onregelmatig ongesteld was, was het wat lastig om uit te rekenen hoe ver ik was. Bij de eerste afspraak bij de verloskundige dacht ik zelf dat ik negen weken was. Twee weken later hadden we onze eerste echo in het ziekenhuis. We hadden een afspraak in de ochtend en zouden daarna beide naar ons werk gaan.

Daar aangekomen deden ze een echo, maar ze kon het niet goed zien en het werd een inwendige echo. De dame die de echo maakte vroeg nog of ik goed lag. ‘Wat attent dat ze dat vraagt’, dacht ik nog. Tot ze twee seconden later aan ons vertelde dat ik niet één maar twee baby’s in mijn buik droeg!!!! Een big smile op het gezicht van mijn vriend en een trillip bij mij. Twee kinderen? Dat kan niet! Hoe gaan we dat doen? Alles dubbel kopen? Hoe gaan we dat betalen? Alles tegelijk doen met maar twee handen? Er ging van alles door mijn hoofd en de paniek sloeg toe. Daarnaast vertelde de dame in kwestie dat ik niet 11 weken maar pas 8 weken zwanger was. Dus niet nog maar één week onze mond houden (tot de 12 weken grens was bereikt), maar nog 4 weken.

020

Omdat ik zo geschrokken was, wilde ik niet naar mijn werk. Ik huilde dat ik naar mijn moeder wilde. We besloten om het gelijk aan de rest van de familie te vertellen. Ik kon dit niet nog 4 weken voor mij houden. Iedereen reageerde heel blij en enthousiast. Ik zelf heb echt aan het idee moeten wennen. Toen het nieuws wat was geland, kon ik er na een week of 2 ook steeds meer van gaan genieten. En bij 12 weken zwangerschap hebben we het nieuws naar buiten gebracht voor ook de mensen buiten ons gezin om. De eerste weken was ik verschrikkelijk moe en vooral ’s ochtends misselijk. Gelukkig heb ik bijna niet overgegeven. En voor iemand met een fobie voor overgeven is dit wel heel fijn.

De controles liepen door bij de verloskundige en alleen bij de 12 weken echo ben ik in het ziekenhuis geweest. De volgende controle was bij de 20-weken echo. Gelukkig zag het er voor de baby’s goed uit. Alles zat erop en eraan en we wilden graag het geslacht weten. Ik hoopte stiekem op in ieder geval één meisje. En ja hoor: een meisje en de tweede was … Ook een meisje! Wat leuk, twee meiden op komst. De gynaecoloog vond wel dat het vruchtwater niet heel eerlijk verdeeld was. Ik moest voor de zekerheid maar een afspraak maken over 2 weken. Daar liepen we dus ook voor naar de balie. Ik werd echter teruggeroepen. De gynaecoloog had de 12 weken erbij gepakt en hij had geconstateerd dat onze tweeling eeneiig was en dit in combinatie met het vruchtwaterverschil vertrouwde hij niet. We werden doorgestuurd naar het Erasmus MC in Rotterdam. De volgende dag konden we daar terecht. Daar werd ons verteld dat ze het vermoeden hadden dat ik het Tweeling Transfusie Syndroom (TTS) had. We werden doorverwezen naar het LUMC in Leiden: het enige ziekenhuis die dit behandelt in Nederland.

Wat is TTS
De oorzaak van TTS ligt in de placenta. Bij de meeste monochoriale tweelingzwangerschappen bevindt elke foetus zich dus in een eigen vruchtzak, maar delen beide foetussen samen één placenta. Over het gemeenschappelijke placentaoppervlak lopen bloedvatverbindingen tussen de foetussen. Via deze bloedvaten zijn de bloedsomlopen van beide foetussen met elkaar verbonden. De ene foetus geeft bloed aan de andere, en omgekeerd geeft de andere foetus bloed terug. Dit is een normale situatie als er een evenwicht tussen de foetussen bestaat.

Soms is er echter het probleem dat de bloedstroom in de bloedvaten over de placenta voornamelijk in één richting gaat. De ene foetus (de “donor”) geeft dan steeds bloedtransfusies aan de andere foetus (de “ontvanger”) en krijgt hiervoor maar weinig terug. Bij de donor ontstaat hierdoor een tekort aan bloed, waardoor hij eerst minder en later helemaal niet meer plast en daardoor uiteindelijk geen vruchtwater meer heeft. Het vlies van zijn vruchtzak zit dan strak om hem heen en is op de echo nauwelijks nog te zien.

Gelukkig zaten wij in het minst erge stadium en hoefde ik nog niet geopereerd te worden. Wel werd ik bijzonder goed in de gaten gehouden en moesten we gemiddeld 3 keer per week naar Leiden voor echo’s. Ook moest ik stoppen met werken en moest ik heel veel rust houden. Wat een spannende en onzekere tijd. Naar ieder bezoek aan het LUMC ging mijn tas met toiletspulletjes mee want het kon zomaar zijn dat ik moest blijven. Gelukkig ging het redelijk en mocht ik iedere keer weer naar huis.

Tot ik 33 weken zwanger was. Het was op een dinsdag en het ging niet goed met de baby die ‘de donor’ was. Ze gingen mij inleiden. De baby’s moesten geboren worden. Maar mijn lichaam was er nog helemaal niet klaar voor. Ik kreeg longrijpingsprikken in mijn benen en er werd iets geplaatst om mijn baarmoedermond te openen. Iedere dag kwam mijn vriend van ’s ochtends tot ’s avonds laat op bezoek in het ziekenhuis. En eindelijk, op vrijdag was mijn baarmoedermond genoeg geopend. Om 14.00 uur ’s middags zouden ze de weeënopwekkers gaan aansluiten.

Shelley verhaal e1500916530935

Ik heb ’s ochtends snel mijn vriend gebeld dat hij moest komen want het ging nu echt gebeuren. Ook mijn moeder zou aanwezig zijn bij de bevalling. Ik was zo zenuwachtig voor het infuus. Nog nooit had ik een infuus gehad en daar was ik nog zenuwachtiger voor dan mijn bevalling. Wat een rare dingen kun je denken als je zwanger bent. Het infuus plaatsen was inderdaad geen feest maar gelukkig lukte het in één keer. Het was inmiddels 14:00 uur en de weeënopwekkers gingen aan. Ik had een jongeman als gynaecoloog die mijn bevalling zou gaan begeleiden en zijn supervisor zat in het kamertje ernaast.  Daar stond overigens een heel team klaar om onze dochters op te vangen.

Het fijne was dat de supervisor de gynaecoloog was die ons vanaf de 20 weken heeft begeleid i.v.m. TTS. Dus hij kende ons, onze baby’s en mijn zwangerschap. Eigenlijk ging het best redelijk, ik kon de weeën goed opvangen. Ik vroeg toen nog wat voor pijnstilling ik eventueel kon krijgen. De gynaecoloog gaf aan dat ik alleen een ruggenprik kon krijgen. Toen was ik daar nog een beetje huiverig voor: een prik in je rug. Ik dacht ‘ag, iedere vrouw kan dit dus ik doe het ook even’. Tot het 18.00 uur werd en ik een weeënstorm kreeg. De weeën kwamen en kwamen en kwamen… Ik kon niks meer wegpuffen, ik kon geen adem meer halen, ik kon niet bijtanken. Niks weeën om de twee minuten: hier zat nog geen 2 seconden tussen en God, wat deed dit pijn! Ik wilde een ruggenprik en wel nu!

Maar helaas, er was een trauma binnengekomen aan de andere kant van het ziekenhuis en daar was de anesthesist. Na een uur kon hij eindelijk naar mij toe komen. Ik moet eerlijk bekennen: van dit uur kan ik mij weinig herinneren. Ik weet niet goed meer hoe ik dit uur heb overleefd. Als ik erop terugkijk was dit het ergste van mijn bevalling. Zoveel pijn! Toen de anesthesist mijn kamer inliep ben ik gelijk met mijn rug naar hem toe gaan zitten. Ik was ook niet meer bang voor de prik. Al zetten ze er bij wijze van spreken 10, als de pijn maar wegging. Eerst een verdovingsprik in mijn rug en toen werd de ruggenprik gezet: ik heb er niks van gevoeld! Maar zo wat fijn zeg! Ik kon weer rustig zitten, ademen, praten en even bijkomen. Tot mijn moeder zich af vroeg waarom het draadje uit mijn rug daar los lag…. Wat bleek: ik was verdoofd door de verdovingsprik om de ruggenprik te plaatsen. De ruggenprik zelf was nog niet aangesloten aan het paardenmiddel. Lichte paniek want de pijn zou dan weer terug komen. Gelijk werd de anesthesist teruggeroepen om het een en ander aan te sluiten. Met vele excuses sloot hij de boel aan. De assistente die erbij was, gaf nog aan dat ze mij nu echt niet meer wilde zien.

Het was inmiddels een uur of 20.00 en het ging allemaal prima. Ik kon de weeën goed opvangen en met de baby’s ging het goed. Bij de baby die vooraan lag was een hartslagmeter op het hoofdje aangesloten. Om iets voor 23.00 uur was het zover: ik had 10 cm ontsluiting en ik mocht gaan persen. Dat vond ik wel spannend want nu zou het echt gaan gebeuren. Ik wilde nog even wachten. Maar na 10 minuten zei mijn moeder dat ik het toch maar moest gaan doen want tja ze moesten er toch uit ?. Toen gingen we aan de bak. Door de ruggenprik had ik alleen niet echt persdrang en voelde de persweeen niet goed. De gynaecoloog gaf aan wanneer ik moest persen. Helaas gebeurde er niks. Ik deed echt mijn best en we zagen wat haartjes maar verder kwam er niks.

De gynaecoloog stelde voor de ruggenprik uit te zetten maar ik raakte in paniek. Ik was zo bang om weer die verschrikkelijke pijn te voelen van een paar uur eerder. Maar dit werd ook gevaarlijk. Ik was inmiddels al een uur bezig met persen en had al zoveel persweeën gehad. De baby moest eruit. De gynaecoloog liep weg voor overleg met zijn supervisor. Hij kwam terug en vertelde dat ik bij de volgende wee een knip zou krijgen. De baby moest er nu echt uit! En zo gebeurde het. Jennifer werd geboren om 00.13 uur. Niet bij mij op de borst, geen navelstreng doorknippen door papa. Ze huilde niet en werd gelijk naar het team gebracht wat klaar stond. Papa ging er achteraan. Mijn moeder bleef bij mij, ik moest immers nogmaals bevallen. Ik was in paniek en riep alleen maar dat ze niet huilde en ik vroeg of ze al huilde. Ze had te lang in het geboortekanaal gezeten. Mijn moeder probeerde mij gerust te stellen ik had namelijk nog een klus te klaren.

roze

De persweeën kwamen niet meer. Om 00.40 uur is Jayde geboren met behulp van de vacuümpomp. Gelukkig huilde zij wel en kreeg ik haar even op mijn borst. Hier kon papa wel de navelstreng doorknippen. Daarna ging Jayde ook naar het team in het kamertje naast ons om onderzocht te worden. Bij mij moest de nageboorte nog komen dus ik was nog niet helemaal klaar. Even later kwam er een arts naast mijn bed met mijn dochters in de couveuse. Met Jennifer ging het inmiddels redelijk. Ze hebben wel goed hun best moeten doen om haar bij te krijgen. Ze is kort gereanimeerd en leeggezogen maar ze deed het naar omstandigheden goed. Mijn dochters werden naar de afdeling neonatologie gebracht.

Bij mij wilde de nageboorte er maar niet uit komen. Het was inmiddels 03.00 uur ’s nachts en er werd besloten dat hij operatief verwijderd moest worden. Ik moest afscheid nemen van mijn gynaecoloog, zijn dienst zat er eigenlijk al drie uur op. Daar ging ik naar de ok. Gelukkig zat de ruggenprik nog dus die werd wat opgehoogd zodat ik in een roesje kwam. De assistente die ik zag bij het zetten van de ruggenprik was niet blij mij te zien. Ze had nog zo gezegd dat ze mij niet nog eens wilde zien en toch was ik daar weer. De nageboorte werd verwijderd en ik kon gelijk gehecht worden. Mijn vriend zat na een lange dag en nacht op de gang zonder vriendin en zonder kinderen te wachten. Mijn moeder ging naar huis om te slapen en kwam de volgende dag weer terug. Omdat ik na de operatie erg ging trillen, moest ik langer op de uitslaapkamer blijven. Ik kon mijn lichaam niet stil houden (alle adrenaline kwam eruit). Om 05.30 uur kon ik eindelijk naar zaal en naar mijn vriend die nog steeds op de gang zat te wachten. Voor hem werd er een bed naast mij geplaatst zodat we eindelijk konden slapen.

Tot 07.30 uur, toen de ontbijtkar de kamer werd ingerold met heel veel herrie. Ik werd wakker in precies dezelfde houding als hoe ik twee uur eerder in slaap was gevallen. Mijn vriend is naar huis gegaan om te douchen etc. Ik kon helaas niet zitten. Zodra ik omhoog kwam werd ik duizelig. Ik had teveel bloed verloren. Besloten werd om een bloedtransfusie te geven. Daar knapte ik gelukkig snel van op. Met Jennifer ging het gelukkig ook snel goed. Na een paar uur was ze al van de beademing af. Op zondag werden onze dochters verhuisd naar het ziekenhuis bij ons in de buurt en na 4 weken mochten ze naar huis.

Mijn bevalling heb ik als erg pittig ervaren maar vlak na mijn bevalling had ik dat gevoel niet. Het was zoals het was en ik praatte erover alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Nu, 7 jaar later, kan ik zeggen dat het dat niet was. Mijn lichaam was nog niet klaar om te bevallen. Maar ik heb twee gezonde dochters en dat is het belangrijkste dat telt.

Bedankt dat je jouw bevallingsverhaal met ons wilde delen, Shelley! Wat een zware en onzekere tijd heb jij gehad tijdens je zwangerschap! En dan nog een heftige bevalling… Toch fijn om te lezen dat je meiden inmiddels 7 jaar zijn en alles goed gaat!

Wil jij ook graag je bevallingsverhaal (anoniem) vertellen op Mama’s Meisje? Of wil je reageren op dit verhaal? Ik lees graag jouw reactie in de comments of op Facebook , Instagram of Twitter! Mailen mag ook: info@mamasmeisje.com