Iedere donderdag verschijnt er een bevallingsverhaal op Mama’s Meisje. Maar omdat ik dit verhaal wel heel bijzonder vind, doen we er vandaag gewoon eentje extra! Nelleke is zwanger van een tweeling en wordt ingeleid. Ze doet er uren over om op 4 centimeter ontsluiting te komen en besluit een ruggenprik te willen. Dat loopt allemaal een beetje anders, tot grote ergernis van de anesthesist… Lees het bijzondere bevallingsverhaal van Nelleke.
‘Vanaf nu zou je van mij mogen bevallen’, zei de gynaecoloog die tegenover mij zat. Ik kon wel een gat in de lucht springen en wilde al vragen wanneer we dan zouden gaan inleiden. Met mijn enorm dikke tweelingbuik was ik het, na 35 weken zwangerschap, goed zat. Natuurlijk was ik blij dat ik het zover had geschopt, maar van mij, en van de gynaecoloog dus ook, mocht het wel gaan gebeuren nu. Helaas moest ik toch nog wachten tot ik 37 weken was voor ze zouden gaan inleiden. Met de jongens en mij was alles goed, dus geen enkele reden om ze al te laten komen.
Thuisgekomen vertelde ik het goede nieuws aan mijn man, ze mogen komen van de arts! We haalden 4 liter bitter lemon in huis en waren ervan verzekerd dat ze nu wel snel zouden komen. We waren er klaar voor en het mocht, wat zou ze tegenhouden? Heel veel, blijkbaar, want nadat ik in een paar uur tijd al die liters Bitter Lemon naar binnen had gewerkt (bah, wat is dat vies zeg!), gebeurde er helemaal niets. Geen krampje, geen klein pijntje, echt helemaal niets. Behalve dat ik ‘s nachts ongeveer 25 keer eruit ben geweest om te plassen…
Een beetje teleurgesteld waren we wel. Ik had al maanden het gevoel dat ze te vroeg zouden komen, maar het ging er nu wel naar uitzien dat ik de zwangerschap uit zou gaan zitten en uiteindelijk ingeleid zou moeten worden.
In de week erna was het Koningsdag. Met wat vrienden liep ik de hele dag over een braderie te slenteren. Ja, dat kon ik nog steeds, 36 weken inmiddels en meer waggelend dan een eend, maar het ging goed. Hoe we erop kwamen weet ik niet, maar we besloten een kerktoren te gaan beklimmen. Wie weet, zou dat mijn bevalling wel in gang zetten. Maar helaas, in de dagen erna, gebeurde er… NIETS. ‘Ze komen gewoon nooit’, zei ik tegen mijn man.
Toen was het zondag. Ik lag op bed een dutje te doen, tot ik opeens wakker werd en ik wat vocht voelde. Ik ging zitten en het werd alleen maar meer. Ik rende naar de WC, roepend dat mijn vliezen vast gebroken waren. Overal lag water. ‘Hehe, eindelijk’, dacht ik. Mijn man belde het ziekenhuis en die vertelden dat ik wel mocht komen.
In het ziekenhuis aangekomen moest ik op een matje gaan liggen om te kijken wat voor vocht ik verloor en kreeg ik een inwendig onderzoek. Tot onze grootste verbazing, waren mijn vliezen niet gebroken en was mijn baarmoedermond nog helemaal dicht. Langzaam drong deze gênante vertoning tot me door. ‘Dus ik heb gewoon keihard in mijn broek geplast?’, vroeg ik aan de gynaecoloog. Ze lachte en zei dat dat inderdaad het geval was.
En we gingen weer naar huis. Voor de zoveelste keer voor niets in het ziekenhuis geweest. Pff, wat duurt wachten lang zeg. De woensdag erna bespraken we met onze gynaecoloog de datum voor inleiding. Maandag 8 mei werd ik om 09.30 uur verwacht. Maar ik moest er maar niet vanuit gaan dat ze dan ook geboren zouden worden, want ik had nog maar 1 centimeter ontsluiting en mijn baarmoedermond zat nog ver naar achter en was niet verweekt.
Stipt om 09.30 uur stonden we die maandagochtend zenuwachtig bij de balie te wachten. Al onze spullen op mijn schoot. De Maxi Cosi’s waren we vergeten. Nou ja, ze zouden toch wel niet direct naar huis mogen. We werden naar een extra grote verloskamer gebracht en na inwendig onderzoek bleek ik inderdaad nog steeds maar 1 centimeter te hebben. Ik zou dus die dag alleen maar tabletjes ingebracht krijgen die de baarmoedermond week zouden maken. Deze tabletjes zetten niets in gang, maar je krijgt er wel wat menstruatie-achtige krampjes van. Om 11.00 kreeg ik de eerste en had nergens last van en we liepen rustig het hele ziekenhuis door. Om 15.00 uur de tweede, er was inwendig niets veranderd en ook nu ging het prima. Inmiddels hadden we wel door dat de baby’s vandaag niet geboren zouden worden en we stelden ons in op morgen.
Om 19.00 uur weer inwendig onderzoek en nu bleek ik 3 centimeter te hebben en een volledig verweekte baarmoedermond. Helaas wilden ze niet gaan inleiden, want een tweelingbevalling kon nog wel eens lang duren en met minder personeel ’s nachts zagen ze dit niet zitten. Ze gaven me wat slaaptabletjes en paracetamol, want ik had inmiddels wel aardig wat vervelende krampjes. Manlief ging naar huis, want slapen op een of ander hard bankje vond hij niets. Achteraf maar goed ook, want anders had hij geen oog dicht gedaan. De hele nacht heb ik rondgelopen, wat afleveringen van een programma gekeken en wat sudoku’s gemaakt. Ik kon niet slapen van de spanning en van de krampjes.
De volgende ochtend om 07.00 uur stond hij alweer in de kamer, we liepen nog wat rond en zaten nog een beetje gek te doen. Niemand in de familie wist dat we nu in het ziekenhuis waren en we keken er al naar uit om ze compleet te verrassen. Om 09.15 uur kwam het team binnen, 1 assistente, 1 gynaecoloog, 1 gynaecoloog in opleiding en een verpleegkundige. Eén van de gynaecologen prikte met een soort haaknaald mijn vliezen door (pas toen geloofde ik dat mijn vliezen dus echt niet gebroken waren twee weken daarvoor) en de verpleegkundige sloot het infuus aan met Oxytocine. En toen barstte de hel los. Ik kreeg non-stop weeën. De ene was nog niet eens weg of de volgende kwam weer. Hoe moest ik dit doen?! Ik had 3 banden om mijn buik voor de hartslagjes en de weeën en zat vast aan een infuus en allerlei snoertjes en kabeltjes. Ik kon dit niet liggend, ik probeerde uit bed te komen, ondertussen gingen nog steeds de weeën achter elkaar door. Op de grond, op mijn knieën voor een krukje, zittend op bed. Niets ging, niets was een goede positie. Ik raakte lichtelijk in paniek.
Zoveel weeën. Waarom was ik zo eigenwijs, toen de gynaecoloog vroeg, wil je het natuurlijk proberen of een keizersnede? Ondertussen liep er nog steeds een straal vruchtwater langs mijn benen en ik voelde me ontzettend vies. Ik stond op.. wee… zette een stap richting bed… wee… pakte het bed vast… wee… ging zitten… wee… en zo ging het door. Ik keerde me helemaal in mezelf en probeerde zo goed en kwaad als het ging alles weg te puffen. Wegpuffen is een raar woord, de pijn ‘weg’puffen? Of snapte ik het niet helemaal, ik pufte helemaal niets weg. De pijn bleef. Ik had rugweeën en probeerde mijn man uit te leggen waar hij tegendruk moest geven. Het lukte soms en soms ook helemaal niet. “Blijf alsjeblieft van me af” zei ik dan. Een verpleegkundige kwam binnen: ‘de dopplers zijn verschoven, we kunnen de hartjes niet horen’. Ik moest dus weer gaan liggen. Op mijn rug kon ik de weeën helemaal niet opvangen en na een paar weeën werd ik er zo boos van dat ik de banden van mijn buik trok en zei: “Ik kan niet bevallen met deze achterlijke dingen om mijn buik!” Gelijk kwam het hele team naar binnen gerend natuurlijk en verplichtten me deze banden weer om te doen.
Ik vroeg om een ruggenprik, want dit zou ik niet volhouden. Het was inmiddels 11.00 uur. De gynaecoloog deed inwendig onderzoek om te kijken hoever ik inmiddels was. 4 centimeter ontsluiting. 1 centimeter in bijna 2 uur tijd?? Die ruggenprik had ik dus wel nodig. De gynaecoloog ging bellen om te kijken hoe snel ik op de prikafdeling terecht kon. Ondertussen ging ik zo goed en kwaad als het kon nog even naar het toilet. Daarna werd ik bijna gelijk met bed en al naar de prikafdeling gebracht. Maar in de lift naar boven voelde ik ineens een enorme persdrang opkomen. Dit kón ik niet wegpuffen. ‘Ik heb persdrang!!’, pufte ik. Niemand luisterde. Op de prikafdeling aangekomen stond een team mij al op te wachten. Ik heb geen idee hoe het er daar uitzag, zo erg was ik bezig met de weeën. Ik kon de weeën niet meer wegpuffen en kreunde, niet eens heel hard. Maar blijkbaar wel te hard voor de anesthesiste.
‘Mevrouw, we gaan hier niet zielig lopen doen, je hebt nog maar 4 centimeter, dus je puft alles weg zonder geluid te maken! Je bent hier niet op je verloskamer! Er worden hier mensen onder narcose gebracht, dus alles wegpuffen! Ik wil geen geluid horen. Sorry dat ik zo streng moet zijn, maar dit moet je wel even goed doorhebben!’. Als ik op dat moment niet zoveel pijn had en zoveel moeite moest doen om de persdrang tegen te gaan, had ik haar een dreun verkocht! ‘Ik heb pérsdrang!’, riep ik. ‘Ik voel het hoofdje al, dit kan ik niet wegpuffen!!’. Ik had al die tijd mijn ogen dicht om me volledig op het wegpuffen te concentreren. Maar blijkbaar was de gynaecoloog in opleiding ook meegekomen, want ik hoorde haar opeens zeggen: ‘even wachten, ik ga haar eerst checken’. Ze deed inwendig onderzoek en zei: ‘ze heeft al volledige ontsluiting! Ze moet direct terug naar de verloskamer!’.
Zie je wel, dacht ik. Ik ben niet achterlijk. Ik was wel opgelucht dat ik in 10 minuten tijd van 4 centimeter naar volledige ontsluiting was gegaan. Dat was toch zeker de droom van elke bevallende vrouw! In alle haast en paniek werd ik teruggereden over de gangen, in de lift. Mensen wensten me succes, ik hoorde er niet veel van, maar bedacht me wel dat ze de anesthesisten beter naar de verloskamers kunnen laten komen, want dit was wel een beetje gênant. Teruggekomen op de verloskamer stond er niets klaar, geen bedjes geen couveuse en geen kleertjes die al warm gemaakt werden. Dit werd dus haastig gedaan. Voor de bevalling werd verteld dat er ca. 8 mensen bij mijn bevalling zouden zijn. De helft stond maar klaar, ik mocht het doen met de 2 verpleegkundigen en 2 gynaecologen die mij de hele ochtend al geholpen hadden.
Na 2 persweeën kwam onze eerste zoon eruit, Wessel, geboren om 11.47 uur. We huilden van geluk, wat een mooi mannetje. Nadat hij een paar minuten op mijn borst had gelegen, voelde ik opnieuw persdrang. Ohja, er moet er nog een uit. Deze lag in stuit. Wessel werd van me overgenomen en in een bedje gelegd. In 1 perswee kwam onze tweede zoon eruit, Julian, geboren om 11.59 uur. Ook al zo mooi. Hij werd ook gelijk op mijn borst gelegd. Na weer een paar minuten kwam de placenta, die viel met een harde plof op de grond. ‘Nou dat was het’ zei de gynaecoloog. ‘Ehm, moet ik niet nog een placenta?’ vroeg ik wat verbaasd. Maar de twee placenta’s bleek een grote placenta te zijn. Wat voelden we ons rijk. Twee prachtig gezonde zoons en zo’n snelle bevalling. Het team stond er ook van te kijken. Dit hadden ze niet verwacht toen ze een paar uur geleden begonnen met inleiden. Ik bedankte het team, want wat waren het fijne meiden! Ik voelde me volledig op mijn gemak! Aan de anesthesiste dacht ik niet eens meer. We mochten de volgende dag naar huis. Een bevalling van een kleine 3 uur en twee gezonde jongens met gewichten van 3320 gram en 2834 gram. Ik was tevreden!
Bedankt dat je jouw bevallingsverhaal met ons wilde delen, Nelleke! Wat ging die anesthesist tekeer zeg! Gelukkig was je nog op tijd terug op de verloskamer en wat fijn om te lezen dat de bevalling zo vlot is verlopen. Een prachtige foto van jullie zoons!
Wil jij ook graag je bevallingsverhaal (anoniem) vertellen op Mama’s Meisje? Of wil je reageren op dit verhaal? Ik lees graag jouw reactie in de comments of op Facebook , Instagram of Twitter! Mailen mag ook: info@mamasmeisje.com
Wauw wat een vlotte bevalling zeg! Wat fijn uiteindelijk..
Nicole onlangs geplaatst…Het leeftijdsverschil tussen 2 kindjes, wat is ideaal?